Archief van de Harrie Huijbers Croniecken
In ons digitale archief vindt u alle inhoud van de publicaties in de serie van de Harrie Huijbers Croniecken, zoals deze gepubliceerd werden door leden van het Stinsels Archief in De Pierenbode.
Lees hier onder de meest recente artikelen
Terug naar overzicht
01-04-2022
Lange en Korte Reen
De Lange en Korte Reen liggen in het deel van het Steensels grondgebied dat de Doornbocht werd genoemd. Tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw waren het akkers van de Steenselse boeren. De andere straat in deze particulier ontwikkelde uitbreiding van Steensel kreeg de naam Doornbocht. In feite was het rijtje PéGé-woningen uit 1962 daar de eerste bebouwing. Op de eerste foto is dit goed te zien. Toon de Groof, een van de eerste bewoners van dit rijtje in de Doornbocht, knipte deze foto’s. (Ook aan de Kerkdreef staan twee blokken van twee PéGé-woningen).
Toen was de Lange Reen nog een zandpad, maar de andere foto die naar de Korte Reen is gericht, laat zien dat er ook daar in het nog weidse landschap al de eerste woningen verrijzen.
Links zie je ’t Smeeltje aan de Eindhovenseweg, in het midden het huis gebouwd door Jules van Vroonhoven en rechts door Benning. Op de hoek van de Lange Reen was links nog een laagte waar het ophoogzand voor de bouw van de kerk uit was gehaald.
Verderop op grond van Willem Daniels bouwen in deze jaren twee van zijn kinderen hun eerste vrijstaande eengezinswoningen, op naam van Frans Daniels en Cees van den Broek. Bij de verdere ontwikkeling van de Lange Reen is frappant de immigratie van families uit Netersel, Casteren, uit die hoek van de Kempen. Bert Bleijs met zijn gezin is de eerste. Niet veel later is hij ook de eerste prins carnaval van Steensel.
De grote gezinnen van Maas, Roest en Heesterbeek volgen hem en bouwen in deze straat. De tweekapper van Maas en Roest staat dan op de hoge kant met de eerder uitgegraven laagte nog aan de gevel. Deze nieuwkomers betekenden veel nieuwe gezichten op de lagere school en in de jeugd(sport)verenigingen. Steensel profiteert daar nu nog van.
Uiteindelijk zijn de drie straten in de Doornbocht helemaal volgebouwd met vrijstaande woningen en aan de ene kant van de Lange Reen overwegend tweekappers, ook op de geslechte laagte.
Tot slot kort over de betekenis van deze straatnamen. In oude veldnamen verwijzen ‘bocht’ en ‘reen’ naar de afbakening van percelen. Een bocht is een door wallen of hagen omgeven perceel. De Doornbocht heeft blijkbaar in het verleden een meidoornhaag gehad. Ook een reen is een benaming voor een omwalling van een akker of van een complex bouwlanden.
Terug naar overzicht